Het "haardstedengeld" was een vorm van
onroerend goed belasting, waarbij het aantal stookplaatsen (de haardsteden) van een huis werden
belast. De huiseigenaar diende per haardstede een bepaald bedrag aan belastin af te dragen. Deze
lijst is voor het jaar 1694 voor Zuid-Beveland bewaard gebleven, en geeft een prachtig overzicht
van de huiseigenaren in Goes en de omliggende dorpen. Niet veel mensen bezaten in die
tijd een eigen huis, dus het zegt ook iets over de "standing" van de genoemde personen.
Als voorbeeld wordt iemand aangeslagen voor twee haardsteden, en betaalt daarvoor 2 ponden Vlaams
en 4 groten. Dat wordt genoteerd als £ 2-4-. Er werd destijds gerekend in ponden
Vlaams, welke waren ingedeeld in 20 schellingen. Een schelling was dan weer onderverdeeld in 12
groten (net als het ouderwetse Engelse systeem: pounds, shilling en pence). Een bedrag van 3
ponden, 12 schellingen en 6 groten werd genoteerd als £ 3-12-4 of £ 3 12
4